Het is waarschijnlijk een leeftijdsprobleem want ik voel het fanatieke doen een beetje minder worden. Als de nood aan de man of vrouw is worden alle zeilen bijgezet om een ramp te verhelpen. Maar zo gauw het een vorm van tijdverdrijf is gaat de druk wat van de ketel. Een bijkomend gegeven was dat m'n werkbank vol lag met gereedschap en onderdelen/resten van de afgelopen klussen. Maar na een dagje opruimen kon ik de kleur van het werkoppervlak weer zien.
Kleine stapjes dus, geen lange halen.
Ik heb het frame op het verrijdbaar onderstel gebout. De electromotor is op z'n plekje geschoven, de riem is omgelegd en op spanning gebracht.
Toen heb ik ook maar gelijk de schakelkast vast geschroefd aan de achterkant van het frame. Als de machine in gebruik is kan ik met de linkerhand de knoppen bedienen.
Het netsnoer moet ik opbossen en ergens uit de weg onderbrengen. De pantserkabel moet ik met beugels naar de motor geleiden en aansluiten. De stalen omhulling fungeert ook als aarde zodat de motor netjes geaard is. Met een lint er op kan ik ook proefdraaien. Zagen is door het gebrek aan ondersteuning een veel te gevaarlijke onderneming.
Ik ga me nu concentreren op de onder- en bovengeleiding. Als er dan ook een vaste tafel op zit kunnen we al spreken van een operationele lintzaag.