Ik had een nogal slechte ervaring met de Bosch PBD 40. Nieuw uit de doos al klik-klak lagerspeling en merkbare afwijking bij een gewoon 8 mm boortje.
Ik vroeg me af hoe dat in's hemelsnaam kon. Voeding gaat via bewegen van de machine, er zijn dus geen schuiflagers nodig, en je hebt de hele hoogte van de kast om de booras te lageren. Hoe kan het dan dat er zoveel speling is?
Tot ik, op zoek naar alternatieven, keek naar de 'kloon' van Scheppach: de PB60. In de handleiding zat een samenstellingstekening:

De Bosch is een andere machine natuurlijk, maar daar heb ik geen tekening van. Ze lijken te veel op elkaar om erg verschillend te zijn dus ik ga ervan uit dat de Bosch net zo in elkaar zit.
Deze tekening verklaart alles. Inwendig is het gewoon een handboor-opstelling met de motor en de booras achter elkaar. Pas na het veld van de motor komt de fundering voor het binnenlager van de booras. Die booras is daarom vrij kort en speling op de lagers leidt tot aanzienlijke hoekverdraaiing. Bij een handboor, met allle beperkingen van ruimte en gewicht, en nauwkeurigheid en dwarskracht consistent met gebruik in de hand is die korte lagering en bijbehorende onnauwkeurigheid prima acceptabel. Voor een vast opgestelde boor is dat heel anders. Je gebruikt zo'n ding omdat je meer nauwkeurigheid nodig hebt dan je met een handboor en een geleider kunt bereiken.
Helaas pindakaas. Alle voordelen van het concept relatief ten opzichte van de traditionele kolomboor: relatief lichte constructie; verplaatsbaar; weinig ruimte nodig achter de kolom; de verticale positie van de machine wordt aangepast aan de hoogte van het werkstuk dat kan op tafel kan blijven liggen, worden niet benut wegens ondoordacht basisontwerp van de unit.
/EINDE_TIRADE
Ik vroeg me af hoe dat in's hemelsnaam kon. Voeding gaat via bewegen van de machine, er zijn dus geen schuiflagers nodig, en je hebt de hele hoogte van de kast om de booras te lageren. Hoe kan het dan dat er zoveel speling is?
Tot ik, op zoek naar alternatieven, keek naar de 'kloon' van Scheppach: de PB60. In de handleiding zat een samenstellingstekening:

De Bosch is een andere machine natuurlijk, maar daar heb ik geen tekening van. Ze lijken te veel op elkaar om erg verschillend te zijn dus ik ga ervan uit dat de Bosch net zo in elkaar zit.
Deze tekening verklaart alles. Inwendig is het gewoon een handboor-opstelling met de motor en de booras achter elkaar. Pas na het veld van de motor komt de fundering voor het binnenlager van de booras. Die booras is daarom vrij kort en speling op de lagers leidt tot aanzienlijke hoekverdraaiing. Bij een handboor, met allle beperkingen van ruimte en gewicht, en nauwkeurigheid en dwarskracht consistent met gebruik in de hand is die korte lagering en bijbehorende onnauwkeurigheid prima acceptabel. Voor een vast opgestelde boor is dat heel anders. Je gebruikt zo'n ding omdat je meer nauwkeurigheid nodig hebt dan je met een handboor en een geleider kunt bereiken.
Helaas pindakaas. Alle voordelen van het concept relatief ten opzichte van de traditionele kolomboor: relatief lichte constructie; verplaatsbaar; weinig ruimte nodig achter de kolom; de verticale positie van de machine wordt aangepast aan de hoogte van het werkstuk dat kan op tafel kan blijven liggen, worden niet benut wegens ondoordacht basisontwerp van de unit.
/EINDE_TIRADE