Een vandiktebank heeft normaliter een invoer- en een uitvoerrol. De schaafas bevindt zich hiertussen.
Van invoer naar uitvoer heb je de volgende krachtenbalans:
(ik noem hierbij het werkstuk even "de plank")
Invoer: De plank rust aan de invoerkant op de invoertafel, en de bovenkant van de plank wordt tegengehouden door de invoerrol.
Als de vandiktebank te dik staat ingesteld, en de plank is lang genoeg, kan het zijn dat de plank direct onder de invoerrol niet op de tafel rust, maar door zijn eigen gewicht tegen de invoerrol wordt aangedrukt. In dat geval wordt de plank schuin richting de schaafas geleid, hetgeen leidt tot een grotere afname aan de ingevoerde kant. Naarmate de plank verder de vandiktebank ingaat zal de plank wel op de tafel komen te rusten, hetgeen tot een richel leidt.
Doorvoer:
De onderkant van de uitvoerrol en de schaafas staan als het goed is in een vlak dat parallel loopt aan de tafel. Als de uitvoerrol te hoog staat neemt hij de plank niet mee, en stokt de uitvoer van de plank zodra het uiteinde van de plank de aanvoerrol voorbij is. Als de uitvoerrol te laag staat laat hij beschadigingen achter in het net geschaafde hout.
UItvoer:
Maar zelfs bij een goed afgestelde uitvoerrol treedt vaak 'snipe' op, doordat de plank zodra deze voorbij de aanvoerrol is onder zijn eigen gewicht uit de machine wil kantelen, en daarbij tegen de schaafas wordt gedrukt. Dit effect treedt vooral op als de uitvoertafel te laag is, of te kort (en bij een vandiktebank is deze meestal kort)
Dit filmpje legt het vrij duidelijk uit.
Ik denk dat je het moet zoeken in de krachtenbalans tijdens het schaven (en dus de afstelling van je tafel/rollen)
Groetjes,
Tom