Da's inderdaad overbodig. Omdat het niet klopt. Een drogende olie trekt in het hout en polymeriseert daar (als je tenminste even wacht). het oppervlak van het hout (en/of de afwerking) is dan niet meer vettig, en niet waterafstotender dan het hout zelf (grofstoffelijk gesproken). Daarnaast is een watergedragen vernis dan wel watergedragen, maar de 'solids' in die vernis zijn bepaald niet wateroplosbaar (sommige echte lakken, zoals urushi, daargelaten; een watergedragen vernis is een emulsie van organische solids - acryl, PU, alkyd kan zelfs - in water; het zijn de emulgatoren die het mogelijk maken om de vernisbolletjes in water te dispergeren; bij 'drogen' verdampt het water, de bolletjes klonteren/vloeien samen en gaan (verder) polymeriseren, net als bij een 'normale' vernis, en de emulgatoren worden (meestal) opgesloten in de vernislaag - een van de redenen dat de eigenschappen van een uitgeharde watergedragen coating anders zijn dan die van een uitgeharde oplosmiddelcoating). De feitelijke coating is dan ook in het geheel niet incompatibel met de voorafgaande oliebehandeling. En het watergedragen medium, mits de olielaag goed heeft kunnen uitharden, ook niet.
Ik zet tegenwoordig watergedragen parketlak op mijn bamboehengels, die eerst zijn voorzien van een dunne lijn- of tungolielaag (in beide gevallen 'gekookte' olie, dat dan weer wel). Die watergedragen vernis vloeit, met het penseel aangebracht, beter uit op zeskantige hengeldelen dan de oplosmiddelgedragen producten die ik hiervoor gebruikte. Ik verdun het wel met water - 50% om eerst de wikkelingen te impregneren, daarna 20% water om de hengel af te lakken - de pure vernis is net te dik om goed te vloeien, en heeft iets te veel oppervlaktespanning, zodat de luchtbellen van het penselen niet allemaal uit zichzelf 'poppen'. Iets verdund heb ik daar geen last meer van.