
er is wel een vuistregel voor, maar niet zoals je wellicht denkt, namelijk penbreedte gerelateerd aan het aantal toognagels.
De vuistregel slaat op de functie van de constructie, bij deuren twee toognagels diagonaal geplaatst zoals in schets twee. Alhoewel de ene toognagel te ver naar achter zit in de pen, die kan zo niet werken, er is te weinig achterhout.
Een andere vuistregel geeft hier de plaats van boren aan, de eerste nagel op
1/4 van de
penlengte te rekenen van tegen de penborst. De volgende nagel op
1/2 van de
penlengte, beide zitten op
1/3 van de
penbreedte van de respectievelijke rand van de pen.
Dus bij alle constructie's waar het gevaar van schranken levensgroot aanwezig is, en waar de penbreedte het toelaat 2 toognagels in diagonaal , bij alle andere toepassingen (bvb. kastdeurtjes) 1 toognagel per verbinding.
Wat me bij de schetsen ook opvalt, de penvermindering aan de bovenkant is veel te weinig, ook hier steeds 1/4 van de regelbreedte verminderen, al dan niet met spatpen uitgevoerd. De penvermindering aan de onderzijde word gedicteerd door de toegepaste profilering, of bij meubelwerk word de pen hier 3 à 5mm verminderd om de rand van het gat weg te stoppen.
Er zijn dus wel wat vuistregels in gebruik (geweest)
Mvg,
André