[h=1]Toegepaste houtsoorten in de Batavia (1985)[/h] [h=3]Eiken[/h] Is afkomstig van de Zomer= en Wintereik, Quercus petraea en Quercus robur Wordt gebruikt voor alle scheepsconstructiedelen, zoals kiel, stevens, rompbeplanking, spanten, en kimwegers. Voor de inwendige versterkingen zoals knieen, kattesporen, schaarstokken en lijfhouten .Voor de dragende constructie delen, zoals dekbalken, balkwegers en stutten. In de tuigage is eikenhout toegepast voor,- onder andere - de marsen, de zalingen en de ezelshoofden.
[h=3]Essen[/h] Europees Essehout, Fraxinus excelsior is gebruikt voor de blokken en voor de helm- en kolderstok.
[h=3]Grenen[/h] Is afkomstig van - de bij ons bekend zijnde - Grove Den, ook wel "Mastboom" genoemd, Pinus sylvestris, in Zuid Duitsland worden mooi opgaande Grove Dennen heden ten dage - nog steeds - "Hollanders" genoemd. Dit hout is, zoals uit het bovenstaande reeds op te maken valt, gebruikt voor al de rondhouten, dit zijn onder andere, de masten, de ra's de stengen, en vlaggestokken.
Ook aan het schip zelf is deze houtsoort vele malen verwerkt, men vindt het terug in de dekken, de fortuining (20), de inwendige schotten en ter bescherming van de kostbare eiken rompbeplanking, de dubbeling.
[h=3]Lariks[/h] Een hele mooie Lariks, Larix spec-div-, afkomstig uit de Koninklijke tuin van Kopenhagen sierde het voorschip van de Batavia als boegspriet.
[NB: deze boegspriet is in 1999 vervangen door een nieuw, grenen exemplaar - noot Red.]
[h=3]Demarara Groenhart[/h] Een harde en zeer sterke houtsoort,Ocotea rodiaei, afkomstig uit Suriname.Deze houtsoort heeft buitengewone sterkte eigenschappen. De nagels, of assen, van de blokken zijn van deze houtsoort vervaardigd.
[h=3]Pokhout[/h] Veel blokschijven zijn gemaakt van dit hout, mede om zijn zelfsmerende werking. De wetenschappelijke naam van dit hout is Guaiacum officinale, het is een der hardste en zwaarste houtsoorten ter wereld. Uit dit hout werd vroeger een geneeskrachtige olie geextraheerd die tegen vele kwalen werd gebruikt vandaar dat men het ook wel Lignum vitae of "levenshout" noemde. Het is afkomstig uit het caribisch gebied en Midden Amerika. Na Columbus kreeg Europa geregeld aanvoer van deze houtsoort. Witsen schrijft hierover; Eipen [iepen] en Pockhout is bequaem om scheepsblokx en schijven van te maken. Let wel iepen voor het huis, pokhout voor de schijven!
[h=3]Lindehout[/h] De wetenschappelijke naam van deze houtsoort is Tilia spec= div= [dit is van diverse lindesoorten]. Een houtsoort licht van gewicht, bij 12% vochtgehalte is het gewicht c.a.540 kg/M3.
Cornelis van IJk: Het hout voor de leeuw, "diend te wesen gezond Willigen [Wilgehout] of Linden, hiertoe wel het beste is. Greinen [Grenehout] te scheurig, en Ypen [Iepehout] te wigtig valt". Vandaar dan ook de Lindehouten Batavia-galjoensleeuw.