Om een vloeiend verloop te krijgen bij een "gelaste" hoepel is het belangrijk dat de uiteinden wat overlengte hebben, zodat deze bij het plooien van de lat dezelfde radius krijgen als de rest. Als de lat rond een mal geplooid word laat je de uiteinden elkaar spiraalsgewijs overlappen tot de boel droog is. Daarna één eind schuin zagen, kan zonder afschrijven, met dit ene (gezaagde)eind schrijf je dan het tweede deel af en klaar is kees.
Nog een foto van een geplooide hoepel rond een stuurwiel, gemaakt van twee restjes Yellow Poplar. De lassen zijn gewoon uit de hand en op het zicht gezaagd, als lijm is hier epoxy gebruikt.
Ik probeer het te snappen, maar ben er nog niet helemaal. Als je even bedenkt dat die "verbinding" (op welke manier dan ook) al klaar was, en je zou het geheel buigen tot die "hoepel" wat hier gewenst is, dan mag je dat stukje bij die verbinding toch ook gewoon zien als een stukje wat al recht was? (En nu ook gewoon mee buigt). Daar heb je toch geen overlengte voor nodig, of wel? Of doe je dat omdat het hout zich op het stukje van de verbinding dermate anders gaat "gedragen" en je het daardoor mee helpt met de juiste vorm te krijgen? (Theoretisch, je zult het nooit 100% krijgen).
Wat bedoel je trouwens met "spiraalsgewijs overlappen"?
Het voldoet niet in de letterlijk zin. Persoonlijk vind ik een las het bests oplossing of zoals de oude Zweedse het doen, genaaid met sparr wortel maar dat zit ook naast de vraag zoals het is gesteld.
Een loss veer kan in verschillende uitvoering gebeuren, ik heb een geopteerde. Wat het inhoudt is een apart stuk hout van half de dikte, 2 mm dus, in een inkeping aan beide uitenden verlijmen zodat die uiteinden samenkomen in een mooi sluiting. Dit principe, dwz, een loos tussenstuk die de verbinding versterkt is het een en enig oplossing aan de vraag zoals het is gesteld.
Nog nooit van gehoord, en klinkt ingewikkeld
Ben erg benieuwd of ik het helemaal ga snappen allemaal.
Wel interessant allemaal die aanwijzingen!
Mvg,
Atmoz