Ja, die naamgeving hé, niet gemakkelijk als het zelfs al per streek verschilt. Dan is vertalen naar een andere taalgroep al helemaal een klus.
Wanneer twee planken op de zijkanten voorzien zijn van een groef, dan word het deel dat in deze groeven past een losse veer, of een valse veer genoemd.
Word de ene plank voorzien van een groef, en de andere plank van een uitspringend gedeelte dat in deze groef past, dan noemt men dit uitspringend gedeelte de tand.
De tegenhanger van een losse of valse veer is een vaste veer, maar deze term word in Vlaanderen bijna nooit gebruikt. De term "messing" word wel al eens gebezigd als men het over een tand heeft.(messing en groef)
Bij een tand met versprongen borsten heeft men het wel eens over "platband" dit verwijst dan meer naar de vorm van deze tand en groef verbinding. Op de voeg tussen tand en groef bevind zich hier namelijk een dieper liggend gedeelte.
Een "floating tenon" is inderdaad een valse pen

als twee delen voorzien zijn van een langwerpige boring, dan is het stuk dat hier in past een "valse pen" Een Domino is dus eigenlijk ook een valse pen.
Mvg,
André