Japanse schaven; zool niet vlak?

jaap

Moderator
9 mrt 2008
5.068
1.698
Terkaple
www.woodworking.nl
De logica ontgaat mij nog een beetje, tenminste als je met je schaaf een strak, vlak en glad oppervlakte wilt maken, b.v. de zijkanten van planken die je tot een paneel wilt verlijmen. Als je een schaaf wilt met een contactpunt direct voor en na de beitel, zou ik een spookschaaf kiezen.

jaap
 

Caspar Labarre

Actieve deelnemer
4 okt 2008
677
0
als ik Casper goed begrijp:

2 punts: net voor en achter de schaafmond
3punts: zelfde als 2 punts maar met extra contactpunt achteraan de zool

Staat in odate heel duidelijk en is zoals Seek zegt; met 2 punten voor een trekschaaf!!! helemaal vooraan de schaaf is punt een en vlak voor de beitel is punt 2 achter de beitel is helemaal vrij en raakt niet (stabiel gezien dan)

of de schaaf nou vooraan en voor de beitel leund of voor de beitel en achteraan maakt niet uit. het resultaat is hetzelfde. raak waar je raken mote, namelijk voor de beitel en dan een 2e punt om te steunen. Het feit dat de voor en achter niet op de zelfde vlakte zitten wil zeggehn dat de schaaf gelijk staat aan een beetje bolle schaaf en dus flauwe holten tes volgt

3 punten is gewoon omdat vlak nooit vlak is, behalve als je een hele duure schaaf hebt ( hoop ik!) en dus de enige methoden om een vlakte te krijgen omdat 3 punten makkelijker bij te werken zijn dan een hele vlakte.

Dus ter verduidelijkking voor elke schaaf ACHTER DE BEITEL MATERIAAL VAN DE ZOOL WEG NEMEN WAT VOOR SCHAAF DAN OOK.

LIEVER IETS BOL DAN EEN HOLLE SCHAAF DE REST IS MIEREN N...
 
Laatst bewerkt:

Caspar Labarre

Actieve deelnemer
4 okt 2008
677
0
Is twee punts niet 1 punt voor op de schaafzool (aan de kant van de gebruiker) en eentje vlak voor de schaafmond? Zodat de "staart"van de schaaf in de lucht hangt? Het mooie van Japanse schaven is dat dat ook echt werkt omdat je er aan trekt. Bij westerse zou je de achterkant op het hout duwen.

Mijn anant ( is licht bol, maar vrij achter de beitel en werkt daarom zo trouw
 

Caspar Labarre

Actieve deelnemer
4 okt 2008
677
0
nog een leuke!

Een licht bolle rijshaaf maakt twee licht holle kanten, die met een klem in het midden verlijmd kunnen worden
 

Caspar Labarre

Actieve deelnemer
4 okt 2008
677
0
nog maar een dan!

Bij het "vlakken" van een paneel ( groot stuk hout) gebruik je de zool van de schaaf om controle te krijgen over het oppervlakte. Dit doe je door de plank hol te schaven, zo hol als de diepte van je ingestelde beitel. grove afname is holler dan fijne afname.

Dit doe je door de randen niet te raken en als de schaaf ophoud af te nemen weet je dat de zool zijn werk heeft gedaan. dan pas kun je met scheluwlatten kijken of het oppervlakte bijgewerkt moet worden. als dit niet hol was zou het nooit accuraat zijn omdat een bolling de lat naar geluk zal werpen in de een of andere richting. Je wil weten waar je wat moet weg halen als je een plank uit een scheluw toestand wil halen, namelijk van de randen
 

ornament

Post veel
29 nov 2011
2.454
542
Staat in odate heel duidelijk en is zoals Seek zegt; met 2 punten voor een trekschaaf!!! helemaal vooraan de schaaf is punt een en vlak voor de beitel is punt 2 achter de beitel is helemaal vrij en raakt niet (stabiel gezien dan)

of de schaaf nou vooraan en voor de beitel leunt of voor de beitel en achteraan maakt niet uit. het resultaat is hetzelfde. raak waar je raken mote, namelijk voor de beitel en dan een 2e punt om te steunen. Het feit dat de voor en achter niet op de zelfde vlakte zitten wil zeggen dat de schaaf gelijk staat aan een beetje bolle schaaf en dus flauwe holten volgt

Hallo Caspard en Kodama

stel dat je van een tamelijk waardeloze Stanleyschaaf nummer 4 of 6 een twee punts configuratie zou slijpen met 2 relatief smalle richels waar de schaaf op steunt, 2 golven zoals de Japanners dat doen.

Maar het gaat hier dus over een schaaf die geduwd wordt.

Dan zet je in ieder geval één van die steunrichels net voor de schaafmond.

Zou je de je de tweede steunrichel dan vooraan of achteraan zetten bij een Stanley 4 of 6 (of welk ander merk dan ook)?
En waarom is dat zo het beste?

groeten
Ornament
http://www.houtsnijden.eu
 

David80

Actieve deelnemer
25 nov 2009
461
1
Nou, nou, ik heb volgens mij wel Pandora's Box geopened met dit draadje :D

Helaas heb ik te weinig ervaring met japanse schaven om hier verder over mee te praten. Het e.a. is me wel duidelijker geworden door jullie toevoegingen, bedankt. Ik ga voorlopig eerst is wat dingen uit proberen in de praktijk.

Groet
 

kodama

Actieve deelnemer
Eerst even dit ter verduidelijking.
Bij een Japanse schaaf (kanna) is de voorzijde (dai gashira) de kant die van je weg wijst als je de schaaf naar je toetrekt. De achterkant (dai jiri) is de kant die naar je toewijst. Dit is het tegenovergestelde als bij een westerse schaaf.

Caspar, ik ben het grotendeels met je eens maar
"3 punten is gewoon omdat vlak nooit vlak is, behalve als je een hele duure schaaf hebt ( hoop ik!) en dus de enige methoden om een vlakte te krijgen omdat 3 punten makkelijker bij te werken zijn dan een hele vlakte."
Een kanna, duur of niet behoeft altijd regelmatig onderhoud om de zool vlak te houden ook als deze nieuw is.
Drie contactpunten worden meestal gebruikt bij lange schaven zoals naga dai kanna (te vergelijken met een rijschaaf). Of bij schaven waarbij je vooral op korte stukken werkt zodat je op het laatste niet iedere keer meer hout wil wegschaven. Je kan dit naar je eigen voorkeur ook bij andere schaven doen maar voor het fijnste resultaat zijn twee contactpunten beter mijn inziens.

Vier contactpunten zoals in Odate's boek kom je enkel en alleen bij naga dai kanna tegen omdat door de lengte van de dai hij anders in het midden zal doorbuigen door de druk die je uitoefent. Zoals ik al zei vind ik ook daar de illustraties verwarrend, het lijkt soms of er een contactpunt is ACHTER de schaafbeitel en dit wil je zeker ten allen tijde vermijden!

Ornament,
Een interessant vraag. Een tijdje geleden heb ik een westerse houten blokschaaf afgesteld volgens de Japanse methode. En het verbeterde de werking enigszins. Dit is echter wel relatief WANT vermits je deze schaaf duwt werkt de bovengenoemde afstelling waarbij je twee contactpunten hebt niet. Deze bevinden zich namelijk voor de schaafbeitel en vooraan de schaaf en vermits je een westerse schaaf duwt zou je dan de voorkant optillen en dat wil je niet. Drie contactpunten zijn dan aan te raden en vooral je techniek aanpassen zodat je enkel druk uitoefent voor de schaafbeitel en niet erachter.
Voor een stanley zou ik dus drie contactpunten verkiezen omdat je door de locatie van de handgreep bijna niet kan vermijden dat je achter de schaafbeitel neerwaartse druk uitoefent.
Het zou een interessant experiment zijn, laat me weten als je er iets mee doet.

Ik heb vandaag nog enkele schaven bijgewerkt. Hier een afbeelding.
photo 1-2.jpg

Het kleurverschil zie je duidelijk omdat de twee contactpunten gepolijst worden door het gebruik. Als je dus na verloop van tijd ziet dat er glimmende plekken komen op andere plaatsen, wat dus wil zeggen dat de dai daar je hout raakt werk je deze even bij met een schraap schaaf en merk je onmiddellijk het verschil door een betere prestatie. Ik houd daarom ook graag de hoek van de achterzijde (dai jiri) en de kops kant heel scherp, dit helpt om er voor te zorgen dat er geen fijn stof onder de dai komt wat ook de werking benadeelt. Soms wordt er geopperd om de dai in te oliën wat volgens mij ook een slecht idee is omdat stofdeeltjes dan gemakkelijk aan de onderzijde hechten.
 
Laatst bewerkt:

jaap

Moderator
9 mrt 2008
5.068
1.698
Terkaple
www.woodworking.nl
Weer een prachtige discussie over hogeschool schaven, maar ik denk toch dat de beginner er het meeste baat bij heeft, dat de zool van zijn schaaf gewoon vlak is, van voor tot achter. Voor het gewone schaafwerk en zeker ook voor gebruik op de futselplank. Dat het daarna leuk is om te experimenteren is natuurlijk zo. Maar zelf heb ik in het begin best wel lopen worstelen met dit, op het oog eenvoudige, stuk gereedschap en een goede basis maakt het begin alleen maar gemakkelijker. Je kunt m.i. je in het begin beter concentreren op het slijpen. Een echt scherpe beitel in een schaaf met vlakke zool geeft prima resultaten. En het zit misschien bij mij tussen de oren, maar als werktuigbouwer kan ik niks met krom gereedschap, hoe romantisch het verhaal ook is. Een beitel is recht, een schaafzool vlak, net als een zaagtafel en de tafels van een vlakbank ook recht moeten zijn.
En vlak is vlak in mijn beleving. We zijn niet met metaal bezig, waarbij de passing tussen de verschillende onderdelen er voor zorgt dat een machine kan werken ipv onnauwkeurig is of rammelt. Voor mijn houthobby heb ik bijna 30 jaar aan racemotoren gesleuteld en wil je dan consistente resultaten halen, dan moet je methodisch en met een bepaalde nauwkeurigheid werken en meet je in honderdsten van milimeters.
Nu maak ik kistjes en meubeltjes van hout, een materiaal wat van zich zelf al niet vormvast is, en die vooral met het oog bekeken worden op passing, vlak zijn en vooral ook op minder makkelijk in getallen te vangen grootheden als mooi, praktisch, bruikbaar etc.
Ik ga er van uit dat mijn stalen liniaal vlak is en als ik tegen een werkstuk of schaafzool houdt en er komt geen licht door, dan is dat ook vlak; in ieder geval meer dan vlak genoeg. Ik lees overigens nu boeken boek van Tom Fidgen and Jim Tolpin, die beide, net als Caspar en b.v ook Paul Sellers, hun werkstukken maken met handgereedschap. Ook die zijn toch wel redelijk recht toe recht aan met wat vlak is, ze gebruiken zelfgemaakte houten linialen en blokhaken. Om die strak en recht te krijgen zou ik ze schaven, met de langste schaaf die ik heb. Als daarvan de schaafzool niet vlak is, krijg ik ook geen rechte liniaal. Als je een paneel wilt verlijmen, dan kun je de te verlijmen kanten iets hol schaven dmv je schaaftechniek en het gaat me te ver om te claimen dat je dat met een bolle reischaaf gaat doen. Ik heb 1 reischaaf en daarmee moet ik het doen en die is in mijn geval zo vlak mogelijk.

jaap
 

Caspar Labarre

Actieve deelnemer
4 okt 2008
677
0
Weer een prachtige discussie over hogeschool schaven, maar ik denk toch dat de beginner er het meeste baat bij heeft, dat de zool van zijn schaaf gewoon vlak is, van voor tot achter. Voor het gewone schaafwerk en zeker ook voor gebruik op de futselplank. Dat het daarna leuk is om te experimenteren is natuurlijk zo. Maar zelf heb ik in het begin best wel lopen worstelen met dit, op het oog eenvoudige, stuk gereedschap en een goede basis maakt het begin alleen maar gemakkelijker. Je kunt m.i. je in het begin beter concentreren op het slijpen. Een echt scherpe beitel in een schaaf met vlakke zool geeft prima resultaten. En het zit misschien bij mij tussen de oren, maar als werktuigbouwer kan ik niks met krom gereedschap, hoe romantisch het verhaal ook is. Een beitel is recht, een schaafzool vlak, net als een zaagtafel en de tafels van een vlakbank ook recht moeten zijn.
En vlak is vlak in mijn beleving. We zijn niet met metaal bezig, waarbij de passing tussen de verschillende onderdelen er voor zorgt dat een machine kan werken ipv onnauwkeurig is of rammelt. Voor mijn houthobby heb ik bijna 30 jaar aan racemotoren gesleuteld en wil je dan consistente resultaten halen, dan moet je methodisch en met een bepaalde nauwkeurigheid werken en meet je in honderdsten van milimeters.
Nu maak ik kistjes en meubeltjes van hout, een materiaal wat van zich zelf al niet vormvast is, en die vooral met het oog bekeken worden op passing, vlak zijn en vooral ook op minder makkelijk in getallen te vangen grootheden als mooi, praktisch, bruikbaar etc.
Ik ga er van uit dat mijn stalen liniaal vlak is en als ik tegen een werkstuk of schaafzool houdt en er komt geen licht door, dan is dat ook vlak; in ieder geval meer dan vlak genoeg. Ik lees overigens nu boeken boek van Tom Fidgen and Jim Tolpin, die beide, net als Caspar en b.v ook Paul Sellers, hun werkstukken maken met handgereedschap. Ook die zijn toch wel redelijk recht toe recht aan met wat vlak is, ze gebruiken zelfgemaakte houten linialen en blokhaken. Om die strak en recht te krijgen zou ik ze schaven, met de langste schaaf die ik heb. Als daarvan de schaafzool niet vlak is, krijg ik ook geen rechte liniaal. Als je een paneel wilt verlijmen, dan kun je de te verlijmen kanten iets hol schaven dmv je schaaftechniek en het gaat me te ver om te claimen dat je dat met een bolle reischaaf gaat doen. Ik heb 1 reischaaf en daarmee moet ik het doen en die is in mijn geval zo vlak mogelijk.

jaap

Hey Jaap ik heb het wel over tienden mm als ik het over bol heb. als een schaaf een tiende mm hol is kun je efficient schaafwerk wel vergeten

bij een futselplank heb je maar 2 punten nodig. de geleiding van de plank zorgt voor de afname niet de schaafzool. enkel de controle over de afname is van belang

paul sellers zegt ook vlak tegen de vouw van zijn beitels en je ziet dat hij ze expres bol slijpt. Waar ik trouwens veel van geleerd heb!

maar je hebt gelijk door te zeggen dat ik misschien wat veel filosofeer voor een beginner is vlak prima. Al zou ik ze wel willen aanraden achter de beitel een 5 cm weg te nemen om in iedergeval niet op die plek te raken maar wel voor de beitel.

Ik durf niet te claimen dat het noodzakelijk is voor iedereen maar ik deel wat ik denk dat werkt uit ervaring en onderzoek. Iedereen moet voor zichzelf beslissen wat voor hen werkt.
 
Laatst bewerkt:

kodama

Actieve deelnemer
Jaap, ik begrijp je poging om de discussie naar de essentie te herleiden. Maar wat ik niet begrijp is al die namen die je noemt van die houtbewerkers. Ik heb ze eens opgezocht en volgens mij gebruikt geen enkele kanna voor zover ik kon zien! De discussie gaat hier toch over kanna en niet over de configuratie van westerse schaven? Hoe kan je dezelfde principes toepassen op iets heel anders?
Je kan beide niet met elkaar vergelijken ze zijn mijlenver van elkaar verwijderd en hoe meer je over kanna leert hoe beter je dit ziet. Het is appelen en peren vergelijken, hoe je een schaaf afstelt staat rechtstreeks in relatie met hoe ze werkt. En de werking van deze schaven is verschillend. En het herleiden tot een stuk gereedschap dat simpelweg een hoeveelheid hout wegneemt is doet geen eer aan één van beide.
Met een westerse schaaf met een vlakke zool schaaf je jouw liniaal recht maar dat doe je minstens evengoed met een kanna afgesteld op de wijze die ik eerder toelichtte.

Ik kan aan niemand aanraden om kanna te gebruiken met een gewoon gevlakte zool, en zeker en vooral beginners niet. Dan mis je juist één van de belangrijkste dingen bij J. schaaf. Er zijn heel duidelijke redenen om kanna af te stellen zoals beschreven. Het gaat hier niet om gewoon maar iets te doen zonder te weten waarom. Je kan dit allemaal in de wind slaan maar dan zal je veel schaaf plezier missen en het potentieel van je gereedschap voor minder dan de helft benutten. Als je graag met handgereedschap werkt zoals de meeste onder ons waarom nemen we dan niet de moeite om er ons in te bekwamen?
 

jaap

Moderator
9 mrt 2008
5.068
1.698
Terkaple
www.woodworking.nl
Hi Caspar, nee man, ik vind het geweldig wat je doet, wat je verteld en wat je maakt, maar ik probeer het voor de beginnende houtbewerkers weer even tot begrijpelijke zaken terug te brengen. Maar houtbewerkers zoals jij en Kodama, maar ook een Tuoh en ik vergeet er vast een paar, zijn wel de mensen die hier het verschil maken, daar kunnen de meesten van ons veel van leren. Maar leren is de hele weg bewandelen, zoals jullie zelf ook gedaan hebben, en niet een stuk overslaan. Maar dit zijn postings, net zoals je pen-gat overdenkingen en de Japanse houtverbindingen van Kodama die wat mij betreft eeuwige roem verdienen!

@ Kodama, het verhaal begon wel over de Japanse schaaf, maar daar kwamen gaanderweg ook de westerse namen om de hoek en daar haakte ik even in. De namen die ik noem zijn meubelmakers die zoveel mogelijk handgereedschap gebruiken, dat was de link. Zelf ben ik te onbekend met de Japanse schaven om er veel over te kunnen zeggen, al denk ik dat ze in werking niet veel verschillen van chinese of westerse schaven. In het fijn afstellen misschien wel en daarom volg ik deze post ook met veel belangstelling.

jaap
 

David80

Actieve deelnemer
25 nov 2009
461
1
Ik volg jullie interessante discussie nog op de voet heren. Voor de beginners die het allemaal iets te complex vinden worden is dit wel een leuke documentatie, van Dick uit Duitsland. In het engels met duidelijke uitleg, tekeningen en foto's:

Bekijk bijlage JapHobel_Dick.pdf

Ben de laatste dagen wat aan het klooien geweest met de zool van mijn nieuwe japanse schaaf. Ik weet het zo net nog niet wat nou wijsheid is :confused:
 

damien

Actieve deelnemer
21 aug 2011
669
4
Leuven
Voor de beginners die het allemaal iets te complex vinden worden is dit wel een leuke documentatie, van Dick uit Duitsland.

Bedankt voor de link naar het FWW artikel, zeker interessant

Het is waarschijnlijk iets voor heel precieze mensen, de Veritas precisie aluminium rei bijvoorbeeld claimt een nauwkeurigheid van 0.075mm "With a reference edge machined flat to the British standard of 0.075mm over the entire length" waar Carl Swensson uitholt ergens tussen 0.025mm to 0.050mm, dus een fractie van deze tolerantie.
 

jaap

Moderator
9 mrt 2008
5.068
1.698
Terkaple
www.woodworking.nl
Interessante kost en het artikel uit FWW maakt het wel duidelijker voor mij. Je zou dit bij een stalen schaaf net zo goed kunnen doen lijkt me. Al lezende kwam ik vanmorgen meubelmaker John Reed Fox tegen, hij staat in een lijstje op de FWW site. En van hem ook een verhelderend artikel over de Japanse schaaf. Hier de link naar het artikel en hieronder de hele tekst. Ik was inderdaad zoals David ergens zegt, "wat kort door de bocht" maar zie in deze configuratie eigenlijk alleen maar een manier om de wrijving van de schaaf te verminderen. Het is geen gemakkelijke schaaf om over je werkstuk te trekken, de chinese variant met een stok er door is wat beter vast te pakken.

jaap

Japanese jointer plane sole configuration

I’ve had the great good fortune to be co-author with Bob Rozaieski on an article for the Arts and Mysteries column in the April 2011 issue of Popular Woodworking Magazine about Japanese and western planes, and the differences and surprising similarities between the two. I’ve received some questions about the setup of a long Japanese plane tuned for jointing a board (naga-dai kanna), as there are some sources that state that there are at least three touch points on the sole of the naga-dai kanna: the front, the front of the mouth, and the rear. For this sole setup, the two most important points are at the very front and rear of the body, and in the article I only reference those two points. Because of the main thrust of the article, and due to space issues, I didn’t elaborate on the touch point at the front of the mouth.

Here’s the setup for a smoothing plane, that we all know and love. Touch points at the front and in front of the mouth, with the blade sticking down a bit below the touch points. Keep in mind that for this and all of the other figures, the gaps are exaggerated for clarity, and all of the hollows are on the order of less than 0.01”, and that what looks like a rectangular hollow is really a very shallow curve.

jap smoothing plane.jpg

Here’s the setup for a naga-dai kanna, as described by Toshio Odate in his book and many other places. Touch points at the front, in front of the mouth, and the rear all in a line, with the blade sticking down a bit just like in a smoothing plane.

three point touch.jpg

Now, if there is a rear touch point that is in line with the front two touch points, and the blade sticks down a bit below the line, there’s really no way for the plane to cut and to have all three touch points hitting the wood at the same time, especially considering the mechanics of pulling a Japanese plane. The rear touch point wouldn’t touch because the shaving would have been cut away from the surface of the wood, and would hover above the board by the thickness of the shaving.

In fact, this would be the same situation as a plane with a perfectly flat sole at the level of the touch points, which would be the situation in a western plane. And with the mechanics of pulling a Japanese plane, since downward hand pressure is applied at the front of the plane throughout the stroke, the most important touch points would be the front and front-of-the-mouth touch points, making the rear touch point unimportant, and arguably unnecessary, except for maybe the last few inches of the end of the board, when the front end of the plane comes off.

The thing is, I don’t think Japanese woodworkers would have gone to the trouble of making the third, rear touch point if it didn’t have something to contribute. Otherwise, they would have just used the topography of a smoothing plane for truing up a board.

So I asked Odate about this at Woodworking in America in 2009, and showed him his book where he describes this. This is when he told me that for a naga-dai kanna, the blade is set so that the edge is in line with the front and rear touch points, and the front of the mouth touch point has a very slight relief about the thickness of a shaving, which is not in his book. I’ve tried to show this in this picture, but if it isn’t clear, the tip of the blade is in line with the front and rear touch points, and the touch point in front of the mouth is very slightly relieved.

Naga-dai kanna.jpg

This makes sense to me. For truing up a board, more length is better, whether you use a Japanese or western plane. By relieving the touch point in front of the mouth, you allow the rear touch point to do its job, and you’ve increased the reference surface of a Japanese plane to the entire length of the plane, instead of just relying on the length of the plane from the front to the front of the mouth. And I’m sure that Japanese woodworkers would not engage in activities that wouldn’t help their plane perform better (read: make a touch point at the rear of the plane) if adding this touch point didn’t help with truing a board. And physics dictates that extra length helps.

Again, the fact that the front of the mouth of the plane does not touch the wood to the same degree as the front and rear touch points might compromise the surface, but that is why you’ll follow this up with a smoothing plane. Likewise, a western try plane is not expected to leave a finish ready surface — that’s what a coffin smoother/infill/#4 is for.

Finally, I’ve tried this setup with an old standard length kanna. The rear touch point does seem to help with truing, and the plane takes slightly thicker shavings than a smoother, about 0.003-0.005”, just like I would expect a western jointer plane to do. It won’t take gossamer thin smoothing plane shavings, but that’s not its job. So there is some empirical evidence to support what Odate told me.

Still, technique is important, just like with western planes, and all the setup won’t help with bad technique. I approach truing the edge of a board with Japanese planes like Bob Rozaieski does with western planes: start taking shavings from the middle, working outwards, and then take full length passes until you get a continuous shaving. If you kept going at this point, you could get a convex surface, but this is true for western and Japanese planes alike.

Now, this is really not the main thrust of Bob’s and my article in Popular Woodworking, other than that for truing boards, Japanese woodworkers were trying to take full advantage of the length of their planes, and that for this purpose, longer is better, and that Japanese and western woodworkers both knew this, despite there being almost no overlap between those two woodworking worlds in the 18th century.

Update: Frank Vucolo pointed me to this article by Toshio Odate in American Woodworker from 1993, where he explains this in more detail.
 

Caspar Labarre

Actieve deelnemer
4 okt 2008
677
0
jeetje wat is het toch met die mensen, ze snappen er echt geen bal van. die nagga dai config lijkt me idioot het zou het werk bol maken bij volle afname. Al dat gelul over frictie en wrijving. het is hout, dat is al een gatenkaas waar lucht doorheen kan.
Als ik een schaaf op zijn kant gebruik om een kant te strijken, hetgeen een Nagga Dai kanna vooral doet in een japanse werkplaats. wil je dat hij of vlak is maar altijd eerder een fractie bol. dus de middelste raakt meer dan de buitenste. anders krijg je die lange planken nooit recht en ben je een half uur ( overdreven maar toch..) lullige krullejtes van de kanten aan het halen om uiteindelijk een bol gestreken kant achter te laten, net wat je niet wilt. Odate heeft het over druk verdeling om een kant hol te strijken, iets wat ook alleen maar werkt zo stel ik me voor met een schaaf die overal evenveel van af neemt en al in lengte de zool heeft overgenomen. en waarschijnlijk ook enkel effcient met fucking vurenhout waar die gast zijn schuifdeurtjes van maakt.

Die john reed fox is weer zo'n religieuze amerikaan die doet alsof alles heilig is omdat het uit japan komt, godsamme word er niet goed van. speel toch eens open kaart over techniek en niet over welk kleurtje je schaaf heeft. het maakt geen fuck uit welke schaaf je gebruikt als je maar begrijpt hoe het ding werkt.
 

Caspar Labarre

Actieve deelnemer
4 okt 2008
677
0
even ter verduidelijking en ook al eerder door mij gezegt maar voor beter begrip over bovenstaande post herhaal ik:

Als je schaaft zonder de strook af te maken langs een kant,de uiteinden laten staan. word de lengte van de zool gekopiert plus de diepte van de beitel holler. als je vervolgens een volle afname neemt dan kopiert de schaaf precies de zool. een vlakke schaaf maakt de kant dan vlak, maar dat is een beetje optimistisch want vlak is nooit vlak vandaar dat iets bol de schaaf in iedergeval niet hol maakt en voor continue afname zord waardoor er snel en efficient gewerkt kan worden, dat is waar het om gaat weet je.
 
Laatst bewerkt:

Deze plek is voor toekomstige tekst. Door nu alvast deze kolom te activeren blijft de kolommen structuur ongewijzigd en de lezerservaring hetzelfde als er hier content geplaatst gaat worden.

Hier kan straks ook info geplaatst worden.