Bij het draaien van de holle vork heb ik de takaanzet gebruikt als "nek", voor plaatsing van de finial. Omdat de stam smaller en platter is net onder de aanzet, ontstaan daar vanzelf de twee kanten waar het schors blijft zitten.
Het berkenhout was net onder de bast al behoorlijk aangetast door de schimmel, dus zag het er aanvankelijk "pokdalig uit". Toen de dieper liggende vezels tijdens het houtdraaien wat meer gesteund werden door aanliggende vezels werd het vanzelf beter en gladder.

