de vermeting is afhankelijk van de houtsoort. Bekend is hoeveel het hout krimpt bij het drogen, hier wordt bij het rus zagen rekening gehouden, zodat het hout na droning op ongevee die maar uit komt.
Het drogen van hout gaat in een tweetal fases, je moet daarbij voorstellen dat het hout uit allerlei cellen is opgebouwd. De afmeting van de cellen bepaald de dichtheid van het hout. Het water wat in de celholtes zit, heet het vrije water, het water wat in de celwanden zit, heet het gebonden water.
Wanneer de boom net geveld is, zit er afhankelijk van de soort en jaargetijden, tot 300% vocht in. In eerste instantie verdwijnt het vrije water wat in de celholtes zit. Het hout droogt terug tot ongeveer 28%, dit heet het vezelverzadigingspunt, (VVP).
Pas wanneer dit punt bereikt is, beginnen de celwarden te drogen waardoor ze beginnen te krimpen.
Afhankelijk van de lnegte van de jaarringen in een plank, bepaald hoe het hout zal kripen, dus vervormen. Jaarringen worden daarbij korter, waardoor de plank krom kan worden. De dosse gezaagde planten zullen hol/bol treke, de kwartiers gezaagde planken, zullen wat dunner worden.
Bij vuren gelden de volgende krippersentages; In de lnegte van de jaarring 10%, haaks op de jaarring 5% en in lengte richting van de plank 0,1%
Wanneer je hout koopt heb je KD-kwaliteit, wat in een droogkamer gedrood is tot een persentage van meestal 15-17%. Meubelhout moet zijn gedroogd tot 10-12%. Windgedroogd hout zit meestal tussen de 17-21%.
Let wel het hout is aan de rand altijd droger dan binnenin.
Succes ermee!
Groet,
Jules Bosma, CNCwerk Heerenveen