Het taalgebruik is niet altijd hetzelfde in België en Nederland, dit onderwerp is daar blijkbaar ook een mooi voorbeeld van.
Hier word de aanduiding "korbeel" bij mijn weten enkel gebruikt voor het schuine stuk hout tussen staander en ankerbalk of moerbalk, al dan niet met een sleutelstuk ertussen.
Het stuk hout krijgt alleen die naam als het een onderdeel vormt met het gebinte, of dit ondersteund.
Al de rest zijn schoren, waar dan nog het nodige verschil tussen zit, al naar gelang de positie in de constructie.
Zo spreekt men ook wel van drukschoren, windschoren, etc....
Voor de "carport" hierboven zijn die dingen wel aan de korte kant trouwens.
Hoe groter de omsluitende driehoek hoe stijver het geheel. Nu krijgt de staander bij windbelasting het serieus voor de kiezen.
In de praktijk is het altijd compromissen sluiten, voldoende nut hebben in de constructie versus goede toegankelijkheid. = niet teveel ruimte in beslag nemen.
Maar hier helt de balans teveel door naar toegankelijkheid