Vakopleidingen werden niet alleen de nek omgedraaid, maar er werd ook neergekeken op handswerklieden. Mijn vader (huisschilder) zei vroeger tegen mij dat je eerder 'meester in de rechten' bent dan 'meesterschilder'. Dat heeft voornamelijk te maken dat je handen en gereedschap 'één' moeten worden en daarnaast veel vakkennis moest opbouwen.
Zo sprak ik eens een functionaris P&O die het vreemd vond dat een metselaar meer verdienden dan zij met een HBO-P&O opleiding. Ik heb toen uitgelegd dat dit niet zo vreemd is. Voordat je een vakbekwame metselaar bent, heb je in de loop der jaren vele duizenden en duizenden stenen in een redelijk tempo moeten vermetselen, met als resultaat een strakke en vlakke muur, 'volzat' in de specie gelegd. Dat moet je niet alleen kunnen bij mooi weer, maar ook bij slecht weer, of als je eens niet zo lekker in je vel zit. Je zult naast de verschillende steenverbanden, ook technieken eigen moet maken van bogen metselen, stucadoren, voegen, stellen, eigenschappen van stenen kennen, specie maken die bij een steensoort hoort. Dan hebben we het nog niet over het metselen van gewelven of het metselen van wenteltrappen in bijvoorbeeld kerktorens.
Aan de andere kant moet ik ook zeggen dat ambachtslieden zelf ook niet zoveel doen om hun vakgebied te 'promoten' door bijvoorbeeld een beroepsvereniging, e.d.
