Het belangrijkste is heel scherp gereedschap. slijp en wet de beitels zo, dat je een hoogglanzende vouw hebt en dat deze letterlijk zo scherp is als een scheermes, ik test dat wel eens door er wat haren van mijn arm mee af te scheren.
Sorry hoor, maar op het gevaar af spijkers op laagwater te zoeken moet ik hier toch even op reageren. Je krijgt een draaibeitel niet "letterlijk zo scherp [...] als een scheermes" geslepen, om de doodeenvoudige reden dat het staal daar niet voor geschikt is, de vorm van de snede daar niet voor geschikt is, en je slijpmethode daar niet voor geschikt is, tenzij je ze met kennis van zaken doorwet tot korrel 10000. Bovendien zou dat helemaal niet zinvol zijn voor een draaibeitel - een scheermesscherpe snede zou al na, zeg, 2 rotaties van je werkstuk niet meer scheermesscherp zijn, en waarschijnlijk sneller bot/onbruikbaar dan een 'normaal' geslepen vouw.
Natuurlijk kun je met een goed geslepen (en gepolijste - daar heb je een viltschijf voor op je bench grinder) draaibeitel haren van je arm afscheren. Maar dat is nog niet vergelijkbaar met een scheermes. Probeer je baard er maar eens mee af te scheren... Zelfs met een klassiek klapscheermes is er nog een wereld van verschil tussen scherp genoeg om de haren van je arm te scheren en scherp genoeg om je baard te scheren. Met een werkelijk scheermesscherp geslepen scheermes kun je een _loshangende_ (lange) haar doorsnijden, zonder die haar strak te trekken...
Zo [\PEDANTIC MODE OFF]
Dus ja, het is belangrijk om je draaibeitels zo scherp mogelijk/nodig te slijpen, maar dat is niet scheermesscherp. En oud hout - volgens mij is het een bekend gegeven dat uitgedroogd en geoxideerd hout zich anders gedraagt dan vers, of onlangs gedroogd hout... Scherp gereedschap, en geduld en beleid. Denk ik.