Het register legt bepaalde parameters vast in regels, zodat er met gelijke wapens kan gestreden worden in de wedstrijden. Deze parameters slaan bijna uitsluitend op de vorm van het onderwaterschip, de plaats van de mast, en zijzwaarden, de ligging van het metacenter, de metacenterhoogte, de grootte van de diverse onderdelen in procenten van de lengte,etc.
Qua constructie zijn er weinig of geen restricties, of je dus een zijzwaard bouwt uit drie of vier delen, een roerblad koud lijmt of voorziet van veren, al dan niet vals, of je gebruikt stalen pennen, dat maakt niet uit, het voornaamste is dat de vorm en de afmetingen van de onderdelen conform zijn aan de regels.
Hoe je het hele boeltje samenbouwt dat is aan de scheepsbouwer, die is vrij om te kiezen welke methode hij daar voor wenst te gebruiken.
Zo is er bij het stamboek tegenwoordig een hele heisa aan de gang tussen het stamboek en een ontwerpbureau, deze laatste heeft de regels zodanig geïnterpreteerd dat er een afwijkende rompvorm ontstaan is, cijfermatig klopt het wel, maar je voelt aan dat er iets niet klopt. Komt bij dat de gebouwde ontwerpen van dit bureau tegenwoordig in elke wedstrijd met de ereplaatsen gaan lopen, andere ontwerpen maken geen schijn van kans meer. Het stamboek wil deze evolutie de pas afsnijden door de parameters aan te scherpen, zodat theoretisch ieder deelnemer met evenveel kans op winst vertrekt in een wedstrijd.
Maar nogmaals qua constructietechniek ben je niet gebonden aan welke regel dan ook, tenzij de regels van het vak natuurlijk, het moet technisch wel kloppen.
Mvg,
André