Olie is voor veel houtwerkers een zegen. Bijna niemand vindt schilderen of lakken echt leuk, en olie smeer je op, laat het een tijdje intrekken en poets je weer uit. Herhaal dat 2-3 keer en je bent klaar. Geen last van stof of lange droogtijd of druipers in de lak of wat dan ook. Echter, het oppervlak moet wel echt mooi glad zijn. Krassen en splinters en deuken ed vallen na het olien juist extra op.
Olie heb je in duizenden soorten, maar de belangrijkste varianten zijn lijnzaadolie en tungolie. Op basis hiervan zijn ontelbare mengels verzonnen vaak met wat extra oplosmiddelen en wat lak erbij gemengd. Ga maar eens wat googelen.
Nog een voordeel van olie is dat beschadigingen makkelijk te repareren zijn. Even glad schuren en de plek opnieuw inolien. Olie gaat meer in het hout, lak zit er echt op. Dat maakt een geolied oppervlak dus makkelijker te repareren.
Probeer het eens zou ik zeggen. Gewoon een fles gekookte lijnolie uit de bouwmarkt. Smeer het royaal met een doek op het hout. Laat een kwartiertje intrekken en poets het zo goed mogelijk weer weg. Herhaal dit tot het hout niet meer zuigt. Je zult zien hoe makkelijk het is en hoe mooi het hout wordt.
Waarschuwing: Hang oliedoeken buiten op tot ze hard opgedroogd zijn. Doeken in de vuilnisbank of in een hoek gegooit kunnen spontaan ontbranden!