Tafelpoten in Deense stijl, pen-gat-wig?

Na x aantal snijplanken en andere kleine werkstukken zou ik graag terug aan iets serieuzer willen beginnen. Ik zit al even met een massief eiken salontafeltje in mijn hoofd, een druppelvormig blad uit kwartierse planken met schuine kant onderaan en poten met een stevige knipoog naar de Deense/Scandinavische stijl. Om mijzelf uit te dagen, en omdat ik het een functionele en zeer mooie verbinding vind, zou ik de poten aan het blad willen maken door middel van een pen-gat-wig verbinding (correcte benaming overigens?)





Ik heb geen meubelmakersopleiding genoten dus ik zou graag jullie meningen horen wat betreft de maten van de pennen. Doe ik er goed aan om slechts 5 mm over te laten aan de borst? En evenveel aan de buitenkant van de wig? De pen meet aan de buitenkant 8x3 cm en 4 cm hoog.





Zaag ik de pen best in met een Japanse zaag om de zaagsnede zo dun mogelijk te houden, of mag deze gerust 3-4mm breed zijn en verandert daardoor enkel de benodigde maat van de wig?

Ik ga er vanuit dat ik de poot best op deze manier uit een plank kan zagen? (de witte rechthoek zou de plank zijn zeg maar)





Ik heb de poot 12 graden gekanteld, lijkt me voldoende te zijn?
Andere tips of opmerkingen misschien? Ik hoor ze graag

Goede tips alvast, ook van de wiggen tegelijkertijd in te slaan.. Heel logisch, maar daar stond ik nog niet bij stil.

Ik heb al een balk van 200x25x5 cm die aan het acclimatiseren is, daar wou ik de poten zo uitzagen:





Vooral met het gedacht van de pennen in rechte lijn met de nerf te hebben eigenlijk, of maakt dit in principe weinig uit?

Ik realiseerde mij vanavond dat ik de pennen eventueel ook zo kan maken:





Zo zijn de zijkanten al perfect glad/recht en evenwijdig met de andere zijde.

Verder vond ik ook nog deze online:





Ik heb de zaagsnede dus aan de verkeerde kant van de gaten getekend.. Dat passen we nog wel even aan